Verbind je met ons

HomeJupiler Pro League

De magie van de Jupiler Pro League

Jupiler Pro League 2019-2020

De openingspeeldag van de nieuwe competitie is Genk- Kortrijk, de start van alweer een spannende periode. Pakt Genk zijn tweede titel op rij? Bevestigt Club Brugge zijn dominantie over het Belgische voetbal met een derde titel in vijf jaar? Doet Anderlecht eindelijk nog eens tot het einde mee voor de prijzen? Zorgt Standard voor de complete verrassing met een eerste kroontje sinds 2009? Of doet Gent zijn krachttoer van vier jaar geleden nog eens over?

Flashback naar 21 mei 2015. Joeri Van de Velde fluit de titelmatch van Gent af en geeft het startschot van een doldwaze feestavond. Sven Kums, Laurent Depoitre en Matz Sels, drie jongens die in het verleden herhaaldelijk werden afgeschreven, zijn de kampioenenmaker van dienst. Gent is voor het eerst in de geschiedenis landskampioen en lanceert vanuit de Ghelamco Arena, zijn state-of-the-arthoofdkwartier, een aanval op de Belgische top. Wanneer de Buffalo’s maanden later ook enkele vaste Champions League-klanten op hun plaats zetten, lijkt het zwaartepunt van het Belgische voetbal wel in Gent te liggen.

Anderlecht-DNA

Maar dat is zonder Michel Preud’homme en zijn assistent Philippe Clement gerekend. De Luikenaar heeft het seizoen daarvoor de titel aan Gent moeten laten en denkt met Hans Vanaken, die voor vier miljoen euro in Lokeren werd opgehaald, de missing link te hebben gevonden. In Europa bakken de Bruggelingen er werkelijk niets van en aanvankelijk lopen ze ook in de competitie achter de feiten aan. Tot speeldag vijftien blijft Club Brugge op de vierde plaats hangen – op eigen veld gaan ze zelfs met 1-4 onderuit tegen Anderlecht – maar vanaf speeldag 25 lossen ze de koppositie niet meer. Door een laat doelpunt van Ivan Santini moet Club de beker aan Standard laten, maar de climax van het seizoen volgt op 15 mei 2016. Ruud Vormer en co drogen een mak Anderlecht met 4-0 af en bieden het Brugse volk de eerst titel aan in elf jaar. Allez Michel, chante avec nous.

Na twee jaar zonder titel heeft Anderlecht het gehad met Besnik Hasi en aan de vooravond van het seizoen 2016-2017 wordt ene René Weiler naar het Astridpark gehaald. De Zwitser kan bijzonder weinig adelbrieven voorleggen en hij predikt van bij de start een type voetbal dat haaks staat op het DNA van Anderlecht. De frontmannen van de ploeg heten Sofiane Hanni, Youri Tielemans, Lukasz Teodorczyk, Bram Nuytinck, Alexandru Chipciu en Frank Boeckx. Het voetbal van Anderlecht is soms niet om aan te zien – er wordt gelopen, gezwoegd en gezweet – maar Weiler weet perfect hoe hij zijn dodelijk efficiënt team moet aansturen. De Brusselaars halen de kwartfinales van de Europa League, waar het pas in de verlengingen moeten buigen tegen Manchester United, en razen als een sneltrein door de play-offs. Op de voorlaatste speeldag, op bezoek bij Charleroi, is de 34e titel een feit.

Youri Tielemans - Anderlecht

Youri Tielemans – RSC Anderlecht

Kampioenenelftal bouwen

Met de aanwervingen van Sven Kums, Henry Onyekuru en Matz Sels lijkt Anderlecht voldoende gewapend te zijn om zichzelf op te volgen. De formule van Weiler slaat niet meer aan en met Hein Vanhaezebrouck haalt Anderlecht eindelijk zijn droomtrainer binnen. Maar het is aan de andere kant van het land, in Brugge om precies te zijn, dat Ivan Leko in alle stilte aan een kampioenenelftal bouwt. In de reguliere competitie worden Standard (4-0) en Anderlecht (5-0) ingeblikt, maar het wankelt een paar keer in de play-offs ondanks een ruime voorsprong van zes punten. Een goal van Jelle Vossen, na duidelijk handspel van Ruud Vormer, zou voor Club Brugge uiteindelijk genoeg blijken om met een tussenpauze van een jaar opnieuw kampioen te spelen. Tegen alle verwachtingen in moest blauw-zwart afgelopen seizoen opnieuw tevreden zijn met een tweede stek. De voorbije vijf seizoenen was Club Brugge zonder meer de meest stabiele ploeg van het peloton met twee landstitels en drie officieuze titels van vice-kampioen.

Ivan Leko

Ivan Leko – Club Brugge

Jaarlijkse plunderingen

De Belgische kampioensbeker is de laatste jaren wel vervloekt. Sinds 2015 doorkruist het kleinood het hele land en hield het halt in Gent (2015), Brugge (2016 en 2018), Brussel (2017) en Genk (2019). Na de treble van Anderlecht in 2012, 2013 en 2014 slaagde geen enkele club uit de G5 er nog in om de titel twee keer na elkaar te winnen. Club Brugge was er afgelopen seizoen héél dichtbij, maar het kampioenenelftal van Ivan Leko blijkt uiteindelijk van zijn grandeur verloren te hebben.

Dat geen enkele club het voorbije halve decennium een monopolie heeft kunnen uitbouwen, toont vooral aan hoe fagriel de gemiddelde Belgische landskampioen is wanneer kapitaalkrachtige entiteiten uit Engeland, Duitsland, Italië, Frankrijk, Rusland en zelfs Turkije in de zomer- en wintermaanden jacht maken op hun talenten. Door de steeds weerkerende plunderingen is het voor elke club een proces van eeuwig herbeginnen. Verbouwen is de core business geworden van elke Belgische topclub. Want de Jupiler League is meer dan ooit een transitcompetitie geworden waar potentiële toppers hoogstens twee seizoenen blijven plakken voor ze hun weg naar een meer gemediatiseerd kampioenschap verder zetten.

Exit smaakmakers

De smaakmakers die sinds de zomer van 2015 België hebben verlaten, zijn haast niet meer te tellen. In willekeurige volgorde zijn dat: Dennis Praet, Victor Vázquez, Youri Tielemans, Mathew Ryan, Aleksandar Mitrovic, Chancel Mbemba, Steven Defour, Laurent Depoitre, Sofiane Hanni, Leon Bailey, Matz Sels, Wilfried Ndidi, Moses Simon, Lukasz Teodorczyk, Henry Onyekuru, José Izquierdo, Lovre Kalinic, Milenkovic-Savic, Leander Dendoncker, Junior Edmilson, Samuel Gigot, Thimothy Castagne, Thomas Meunier, Stefano Denswil, Christian Luyindama, Moussa Djenepo, Alejandro Pozuelo, Wesley, Trossard, Takehiro Tomiyasu en ga zo maar door. En de komende weken zullen er wellicht nog een paar andere volgen.

Sinds een jaar of twee is het koopgedrag van de G5 wel drastisch veranderd. Terwijl Anderlecht jaren aan een stuk een patent hand op aankopen boven de vier miljoen euro, beginnen Standard, Club Brugge en Genk zich ook tot big spenders te ontpoppen. En dat kan de spanning alleen maar ten goede komen. Benieuwd welke aanvoerder in mei 2020 de in brons gegoten beker in de lucht zal mogen steken.

Must See

More in Jupiler Pro League