“Een ploeg speelt beter eerst op verplaatsing in de heenmatch, om het thuis in de terugmatch af te maken”. Het is een uitdrukking die enkele sportjournalisten neerpennen in aanloop naar de knock-out fases. Vele trainers, voorzitters en spelers zijn zelf ook overtuigd dat zo’n speelschema het meest ideaal is.
Het lijkt ook heel logisch. Wanneer de dubbele confrontatie op een gelijkspel eindigt, kan het team die de terugwedstrijd thuis speelt ook de verleningen en mogelijke penalty’s in eigen stadion spelen. Maar blijkt deze, op het eerste zicht logische verklaring, ook uit de statistieken? De universiteit van Gent deed een onderzoek en kwam tot opvallende conclusies. Betmanbegins vat ze voor je samen.
Eerst uit spelen is geen voordeel
Het idee van het thuisvoordeel bij dubbele confrontaties blijkt onwaar te zijn. Na een uitgebreid onderzoek bleek dat ploegen die eerst uit spelen bij een dubbele confrontatie niet meer kans hebben om door te stoten. Teams die de terugwedstrijd thuis afwerkten, gingen slechts door naar de volgende ronde in 48.8% van de dubbele confrontaties. Teams die hun heenwedstrijd thuis afwerkten, trokken dus net iets vaker aan het langste eind (51,2%).
Op de data werden allerlei verdere analyses uitgevoerd. Zo werd bijvoorbeeld gecorrigeerd voor de relatieve sterkte van de teams. Op geen enkel moment werd een substantieel verband gevonden tussen de volgorde waarin de wedstrijden van een dubbele confrontatie wordt afgewerkt en de overwinningskansen van beide teams. Dit statement blijkt dus een mythe te zijn en dat is niet onbelangrijk voor liefhebbers van sportweddenschappen!
Meer risico
Een mogelijke verklaring is dat een team dat zijn terugwedstrijd thuis mag afwerken enkel een slechte uitgangspositie kan rechtzetten door grotere risico’s te nemen. Deze verhoogde risico’s zou een negatieve impact kunnen hebben op de speelstijl. Iets om te houden als je gaat wedden op voetbal!