Wie wordt kampioen? Wie pakt de derde plaats of speelt barrages tegen winnaar van play-off 2? En welke ploeg blijft met lege handen achter? Zelfs de beste analisten zullen na een bewogen zevende speeldag geen zinnig antwoord kunnen verzinnen op die vragen.
In de laatste rechte lijn mag geen enkel scenario meer over het hoofd gezien worden. Een paar dagen geleden was iedereen mee in het verhaal dat Genk dé topkandidaat was om de titel te pakken, maar na de mokerslag in Brugge is het maar de vraag of de Limburgers een van hun resterende twee matchpunten zullen afmaken. Club Brugge, met 19 op 24 de beste ploeg in play-off, ligt namelijk op de loer. Het volksfeest dat in Jan Breydel uitbrak na de zege tegen Genk geeft aan dat het geloof in een tweede opeenvolgende titel nooit weg is geweest. Club moet donderdag wel winnen op Standard om in de running te blijven – elke andere uitslag zou fataal kunnen zijn in de race om het landskampioenschap.
En wie mag deze week scherprechter spelen in het titeldebat? Standard. Na het bezoek van Club Brugge moet Standard op de laatste speeldag naar Genk. De Rouches hielden drie speeldagen de schijn op dat het een serieuze pretendent was voor de eerste plaat(sen). Michel Preud’homme wist wel beter. Na de nederlagen tegen Anderlecht en Gent, veruit de twee zwakste ploegen van het peloton, is hij wellicht gaan beseffen dat het een hachelijke onderneming zou worden om beter te doen dan een vierde plaats.
Met vijf punten voorsprong op Anderlecht hoeft Standard in principe niet meer achterom te kijken. Tegen Antwerp hadden de jongens van interim-coach Karim Belhocine bij de rust even uitzicht op plaats vier – virtueel stonden ze op drie punten van Standard – maar in de tweede helft is nog eens gebleken dat Anderlecht niet kan terugvallen op een gameplan. Qua inhoud heeft Gent zelfs meer te bieden dan de Brusselaars. Gent en Anderlecht mogen zondagavond onder elkaar uitmaken wie de laatste Europese strohalm grijpt.
